20143 |
fopspeen |
fiep:
fiep (L245a Castenray),
tut:
tut (L245a Castenray)
|
fopspeen
III-2-2
|
20047 |
forsythia |
forsythia:
Chinees klokske (dialect afleiding). (L245a Castenray)
|
[DC 76 (2002)]
I-7
|
31875 |
freesmachine |
frees:
frē̜s (L245a Castenray)
|
Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.]
II-12
|
20494 |
fruit eten |
groezen:
vroeger, as de bòwáppel riep wòn, zate de meense duk òp de gro‰s te gro‰ze
groēze (L245a Castenray)
|
het ter plaatse eten van vers geplukt fruit
III-2-3
|
33529 |
fruit, ooft |
ooft:
oeëft (L245a Castenray)
|
ooft, fruit
I-7
|
33530 |
fruit, slechte kwaliteit |
kneuzel:
kneuzel(ke) (L245a Castenray)
|
vrucht, verschrompelde —
I-7
|
32558 |
fruitmand |
aardsbeziënmandje:
ɛrts˱bēzǝmē̜ntjǝ (L245a Castenray)
|
Algemene benaming voor een mand of korf voor het bewaren en/of vervoeren van fruit. Het woordtype flats, dat door respondenten uit Haspengouw werd opgegeven, is -in het enkelvoud- eigenlijk een benaming voor een, vaak vierhoekige, exportmand. In het Tongers woordenboek (pag. 152) wordt de flat omschreven als een ronde korf met onder en boven een doorsnede van 30 cm en een hoogte van 15 √† 20 cm; de korf wordt gebruikt om er kersen en pruimen in te bewaren. Kennelijk wordt de vorm met eind -s in sommige plaatsen in Haspengouw ook voor het enkelvoud gebruikt. Vgl. het Sint-Truidens woordenboek s.v. flats, ø̄ronde fruitkorfø̄. [N 40, 96; N 40, 97; N 40, 107; monogr.]
II-12
|
19727 |
fuchsia |
bellenboompje:
bellebömke (L245a Castenray, ...
L245a Castenray),
fuchsia:
fuksia (L245a Castenray)
|
fuchsia
III-2-1
|
19094 |
futloze jongen |
zoutzak:
zâltzák (L245a Castenray)
|
futloze kerel
III-1-4
|
20530 |
gaar |
gaar:
gaar (L245a Castenray),
snotgaar:
snòtgaar (L245a Castenray)
|
door en door gaar gekookt || genoeg gekookt, gebakken, gestoofd
III-2-3
|