e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenslik schlamm (d.): In oorlogstijd gebruikt als vervanger van kolen  slám (Castenray) modderachtige massa bestaande uit kolengruis met bindmiddel III-2-1
kom kom: dén/die hit \'t kusse òp \'n kumke gelieërd: gezegde voor een persoon die dikke lippen heeft  kòm (Castenray) kom van aardenwerk III-2-1
komfoor oliestel: òlliestél (Castenray) petroleumcomfoor III-2-1
komijnekaas pitjeskaas: pitjeskieës (Castenray) komijnenkaas III-2-3
komkommer komkommer: kòmkòmmer (Castenray), slangkomkommer: slángkòmkòmmer (Castenray) komkommer || komkommer, soort — I-7
konijn hangoor: soort met hangende oren  hángoeër (Castenray) konijn, soort III-2-1
kookpot etenspot: \'t Is niet te vet vandemiddeg, zaej d\'n bo‰r en toe stoond zien vrouw mit \'n druupneus bovven d\'n aetespot  aetespot (Castenray), pan: pan (Castenray), \'t Zo druk hebbe as de pan mit Vastenaovend: het zeer druk hebben Penneke vet: weelderig leven Penneke vet en ketlke waerm make mennegen huushâld aerm  pan (Castenray) ketel waarin het eten bereid wordt || kookpan || pan III-2-1
kooksel baksel: Alle báksels en browsels zien nie âlt geliek: niet alle werk slaagt evengoed  báksel (Castenray) de hoeveelheid die in een keer gebakken wordt III-2-3
kool, algemeen: een krop kool moes: moes (Castenray) kool, verzamelnaam I-7
koper koper: kuǝpǝr (Castenray) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11