19822 |
mannelijke kat, kater |
kater:
ka’ter (Q121a Chèvremont)
|
kater
III-2-1
|
24207 |
mannelijke merel |
merelman:
meë’leman (Q121a Chèvremont)
|
merel, mannetje
III-4-1
|
23364 |
mannenkant |
mansluizijde:
manslüzie (Q121a Chèvremont)
|
De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18673 |
mannenkleren |
manskleren:
manskléjer (Q121a Chèvremont)
|
mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20468 |
manziek |
mansgek:
mansjek (Q121a Chèvremont)
|
manziek [heet] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
20872 |
margarine |
margarine:
majerien’ (Q121a Chèvremont),
marjerien’ (Q121a Chèvremont)
|
margarine
III-2-3
|
24571 |
margriet |
ganzebloem:
jan’zeblom (Q121a Chèvremont)
|
margriet, grote —
III-4-3
|
23428 |
maria-altaar |
maria-altaar:
modderjoades-altoar (Q121a Chèvremont)
|
Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23396 |
mariabeeld |
muttergottes (du.):
modderjoades (Q121a Chèvremont)
|
Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
32551 |
marktkorf |
marktkorf:
mātkø̜rf (Q121a Chevremont)
|
In het algemeen een mand waarin producten, en dan met name etenswaren, naar de markt worden vervoerd. Zie ook afb. 288. [N 20, 50; N 40, 112; monogr.]
II-12
|