28199 |
mijngasontploffing |
mijngasontploffing:
mijngasontploffing (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
Een ontploffing van mijngas. [N 95, 235; monogr.]
II-5
|
27554 |
mijnhorloge |
kuiluur:
k˙uluǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
[N 95, 67]
II-5
|
27912 |
mijnhout |
hout:
hōts (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Algemene benaming voor al het in de mijn gebruikte hout. De opgaven die een specifieke soort hout aanduiden, bijvoorbeeld "kophouten", "spitsen", etc., zijn verplaatst naar de desbetreffende lemmata. [N 95, 311; monogr.]
II-5
|
27704 |
mijnhoutterrein |
houtplei:
hōtspla.j (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Terrein waar het hout ligt dat nodig is om de mijngangen te ondersteunen. [N 95, 36; monogr.]
II-5
|
27540 |
mijnkleding |
kuilkleder:
kulklęjǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
De benaming voor mijnkleren in het algemeen. Een informant uit Q 121 merkt op dat "kuilmontuur" de benaming was voor kleding die men ondergronds droeg. [N 95, 59; monogr.]
II-5
|
28309 |
mijnlocomotief |
locomotief:
lokǝmotīf (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Locomotief voor het ondergronds bedrijf die wordt aangedreven door perslucht, elektriciteit of met behulp van een dieselmotor. De opgave "trolley" uit Q 12 voor de mijn in Eisden duidt een elektrische locomotief aan. [N 95, 700; monogr.; Vwo 283; Vwo 480; Vwo 481]
II-5
|
27790 |
mijnmeter |
markscheider:
markšajdǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia]),
mijnmeter:
mijnmeter (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
De mijnmeter voert in een mijn metingen uit en werkt details van het mijnplan uit. Vanwonterghem (pag. 114) spreekt van een beëdigd bediende die topografische opmetingen moet doen en ze op kaart moet uitwerken. Het woordtype "kettingtrekker" (Q 21), eigenlijk de benaming voor de hulp van de mijnmeter, werd op de mijn Maurits gebruikt als spotnaam voor de mijnmeter. Zie ook het lemma Hulp Van Mijnmeter. [N 95, 138; monogr.; Vwo 114; Vwo 154]
II-5
|
27678 |
mijnmuur |
kuilmuur:
kulmuǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
[N 95, 38b]
II-5
|
27547 |
mijnpet |
kuilkap:
kulkap (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Plastic, vroeger leren, pet door de mijnwerker als hoofdbescherming gedragen. De invuller uit Q 113 merkt daarover op, dat toen hij in 1933 in de mijn begon, velen een oude pet of hoed droegen. Later voerde men op de vier Oranje-Nassaumijnen lichte, leren petten in en deze werden vervolgens weer vervangen door de versterkte leren pet en de plastic helm. [N 95, 66; monogr.]
II-5
|
27677 |
mijnplein |
kuilplei:
kulplaj (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Het voorplein van de mijn. [N 95, 3; monogr.]
II-5
|