e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pompenmaker pompenmaker: pompǝmɛxǝr (Chevremont) Koperslager die zich vooral toelegt op het vervaardigen en plaatsen van waterpompen. Toen in L 329 de waterleiding haar intrede deed, bleef daar aanvankelijk pompenmaker het woord om een loodgieter aan te duiden; thans wordt het woord in deze betekenis vrijwel niet meer gebruikt. [N 66, 56; L 34, 17a; monogr.] II-11
pompmachinist pompenmachinist: pø̜mpǝmašines (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De arbeider die de pompen bedient. [N 95, 136; monogr.] II-5
pompoen krbis (du.): kürbies (Chèvremont), paradeappel: para’de-appel (Chèvremont) pompoen || sierpompoen I-7
pompon van een muts floche (fr.): floes (Chèvremont) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
pompzwengel zwengel: šwøŋǝl (Chevremont) Een met de hand te bedienen hefboom die door middel van de zuigerstang de pompzuiger op en neer doet bewegen. Zie ook afb. 240. Met het woord ɛijzerwerkɛ (izarwerak) werd in L 423 het geheel van alle metalen onderdelen aangeduid die nodig waren om de zuiger in beweging te brengen. Het ijzerwerk bestond behalve uit de pompzwengel ook uit de ɛstoelɛ (sto:l), de ondersteuning van het scharnierpunt van de pompzwengel, en de passant (pasant), een uit twee metalen plaatjes vervaardigd overgangsstuk dat de scharnierende verbinding vormde tussen de pompzwengel en de zuigerstang. Het hele ijzerwerk was gemonteerd op een houtenplank, de pompenplank (pompzplayk).' [N 64, 133n; N 66, 49n; monogr.] II-11
pook stokelijzer: štøxəlīzər (Chèvremont), stovenhaak: štuəvəhoͅak (Chèvremont), stovenijzer: štuəvə-īzər (Chèvremont), vuurijzer: vy(3)̄rīzər (Chèvremont) pook III-2-1
poortwachtershuis poorthuisje: poǝtshysjǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) [N 95, 40] II-5
portier portier: portier (Chevremont  [(Julia)]   [Emma, Maurits]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5
portiersloge portiersboede: pǫrtīrsbūt (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4] II-5
potkachel stoof: št‧uəf (Chèvremont) stoof, potkachel III-2-1