24565 |
stinkende gouwe |
wratselenkruid:
vrat’selekroed (Q121a Chèvremont)
|
wrattenkruid, stinkende gouwe
III-4-3
|
31693 |
stobbe |
storkel:
štorkǝl (Q121a Chevremont),
vot:
vot (Q121a Chevremont)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
19708 |
stoel |
stoel:
štōl (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia]),
mv. ßt”l
štōl (Q121a Chèvremont)
|
Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel
II-5, III-2-1
|
23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
koersjteul (Q121a Chèvremont)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19857 |
stoep, trottoir |
sprong:
šproŋk (Q121a Chèvremont)
|
stoep
III-2-1
|
18775 |
stof |
stub:
sjtub (Q121a Chèvremont)
|
stof
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
afstubben:
āfštøbə (Q121a Chèvremont),
stubben:
štøbə (Q121a Chèvremont)
|
(af)stoffen || afstoffen, stof afnemen
III-2-1
|
27819 |
stofbrij |
prats:
pratš (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Boorstof dat bij het boren met waterspoeling zich met het spoelwater bindt tot een brij. [N 95, 780]
II-5
|
27542 |
stofbril |
stubbril:
štøpbre.l (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Wanneer men werkzaamheden verricht waarbij de kans bestaat dat men iets in het oog krijgt, is een stofbril of veiligheidsbril voorgeschreven. Zulke werkzaamheden zijn o.a. slopen, slijpen, blazend vullen en schoonblazen met perslucht. [N 95, 886]
II-5
|
28203 |
stofgrendel, stofbarriere |
steenstubgrendel:
štēštøpgrɛndǝl (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
steenstubvloer:
štēštøpvluǝr (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Emma])
|
Een aantal omklapbare planken, bevestigd aan de kappen van de ondersteuning van een mijngang, waarop een hoeveelheid steenstof of mergelstof is aangebracht. In geval van een mijngas- of kolenstofontploffīng worden de steenstofgrendels door de luchtdruk omvergeworpen en het steenstof, dat dan naar beneden valt en opdwarrelt, vormt een stof gordijn waarin de steekvlam, die achter de luchtdruk aankomt, wordt verstikt. [N 95, 238; N 95, 239; monogr.]
II-5
|