e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
torenuurwerk kerkuur: de kirch-oer (Chèvremont) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tortelduif lachduif: laach’doef (Chèvremont) tortelduif III-4-1
traag traag: troag (Chèvremont) traag, langzaam III-1-4
trage vrouw slagbedrag: sjlaag’bedraag (Chèvremont) domme, luie vrouw III-1-4
transportband, bandtransporteur transportband: transportband (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Band zonder einde die tussen twee keerrollen en over een aantal draagrollen loopt. De band dient voor het transport van kolen of stenen en in sommige gevallen ook voor het vervoer van personen. Het woordtype "meco" van de respondenten uit L 417 en Q 3 duidt op de naam van de firma die de banden fabriceert (Defoin pag. 92). [N 95, 635; Vwo 89; Vwo 661; Vwo 788] II-5
transporteren vorderen: vø̜rdǝrǝ (Chevremont  [(Julia)]  ) In het algemeen personen, materiaal, kolen en stenen vervoeren. [N 95, 610; N 95, 611; monogr.] II-5
transporteurmotor transporteurmotor: transpǫrtø̄rmōtǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De motor van een kettingtransporteur. De opgaven "gustomotor" en "beienmotor" uit Q 21 duiden de motor van de transporteurs van respektievelijk de fabrieken Gusto en Beien aan. [N 95, 605b] II-5
trapleuning trappen-gelènder: trapəjəlɛndər (Chèvremont) trapleuning III-2-1
traploper trappenloper: trapəlø&#x0304fər (Chèvremont) traploper III-2-1
trappenhuis trappengang: trapəjaŋk (Chèvremont) trappenhuis III-2-1