e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druilerig en koud weer nat (weer): naas (Chèvremont), ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  nās (Chèvremont) nat [DC 02 (1932)] III-4-4
druipnat zeikenat: zekenaas⁄ (Chèvremont), zie⁄fenaas (Chèvremont) druipnat III-4-4
druiventros druiventroemel: droe(v)’vetroemmel (Chèvremont) druiventros I-7
drukkooitje drukkooitje: drukkooitje (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]) Een uit kruiselings op elkaar bevestigde halfhouten of dunne rondhouten vervaardigd kooitje. Drukkooitjes worden op de kappen van starre ondersteuningen geplaatst om de eerste druk van het dakgesteente op te vangen. Op de Domaniale mijn had een drukkooitje volgens een invuller uit Q 121 een afmeting van 40 bij 40 centimeter. Het was samengesteld uit houten paaltjes van ongeveer 5 centimeter doorsnede. [N 95, 324; monogr.] II-5
drukte maken boheien (rh.): behai’e (Chèvremont) drukte maken III-1-4
drukte, gedoe bohei: behai (Chèvremont) gedoe, lawaai.... III-1-4
druktemaker boheits-kop: behaits’kop (Chèvremont), boheits-kramer: behaits’krieëmer (Chèvremont), boheits-macher: cf. Rh.Wb. dl. I kol. 1106 s.v. "buhei"afl. buheitsmacher  behaits’mecher (Chèvremont) opschepper, praatjesmaker III-1-4
druppel drup: drüp (Chèvremont), druppel: drüp⁄pel (Chèvremont) druppel, druppeltje III-4-4
druppen, druppelen ziekeren: ziek⁄kere (Chèvremont) sijpelen III-4-4
dubbelkettingtransporteur pantser: pantsǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583] II-5