e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flink; flinke persoon ferm: ferm (Chèvremont) ferm, flink III-1-4
framboos brochmiemel: bróch’miemmel (Chèvremont), hiembeer: hiem’beer (Chèvremont) framboos I-7
fret fret: fret (Ch?vremont, ... ) fret || fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
frezen frezen: frē̜zǝ (Chevremont) Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.] II-12
frisdrankenhuisje melksboede: melxsbūt (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Gebouwtje waar melk, limonade, haringen, sigaretten, sprits en pruimtabak te koop zijn. [N 95, 6 add.; N 95A, 15] II-5
fruit, afgevallen val-obst: val’obs (Chèvremont), windslag: wink’sjlaag (Chèvremont) fruit, afgevallen — I-7
fruit, ooft obst (du.): obs (Chèvremont) fruit, ooft I-7
fruitboom obst-boom: obs’boom (Chèvremont) fruitboom I-7
fuchsia bellen-stock: bɛləštoͅk (Chèvremont) belleplant, fuchsia III-2-1
gaaskap gaaskap: jāskap (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) De gaaskap of gaaskorf die zich onder de kooi van de veiligheidslamp bevindt. [N 95, 247; monogr.] II-5