e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hazelnoot hazelnoot: ha’zelnoos (Chèvremont), kleine noot: kling neus (mv.) (Chèvremont) hazelnoot III-4-3
hazelworm hazelworm: hazelworm (Ch?vremont), ha’zelwórm (Ch?vremont) hazelworm || hazelworm: Hoe noemt u de hazelworm, een pootloze hagedis die op de heide leeft en wel wat op een kleine slang lijkt? [N100 (1997)] III-4-2
hefboom van de stijlentrekker hefboom: hefboom (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De hefboom waarmee het huis van een stijlentrekker langs de tandheugel kan worden bewogen. [N 95, 593] II-5
heg, haag heg: hɛk (Chèvremont) heg, haag III-2-1
heilig hartbeeld herz jesu (du.): herts-je-zoe (Chèvremont) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] III-3-3
heilig putje zinkputje: zinkputs-je (Chèvremont) Het zinkputje onder of naast de sacristie, het heilige putje. [N 96A (1989)] III-3-3
heiligenbeeld heiligenbeeld: hilliejebilder (Chèvremont) De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)] III-3-3
heimwee heimwee: heem’wieë (Chèvremont) heimwee III-1-4
hek, hekwerk staketsel: štaŋkɛtsəl (Chèvremont) staketsel III-2-1
hek, poortje garnei: RhWb kol. 1032  jarnai̯ (Chèvremont) laag tuinpoortje III-2-1