id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
27778 | koepe-lier | koepe-lier: kupǝlīǝr (Chevremont [(Julia)] [Maurits]) | Lier waarmee het materiaal- en kolentransport in een opbraak wordt verricht. Door het ontbreken van een aantal veiligheidsinrichtingen is in de Nederlandse mijnen transport van personen met behulp van deze lier niet toegestaan (Lochtman pag. 68). [N 95, 94; monogr.; N 95A, 13] II-5 |
28245 | koepe-schijf | koepe-schijf: kupǝšīf (Chevremont [(Julia)] [Domaniale]) | De Koepe-schijf is een onderdeel van de ophaalmachine en wordt daardoor in beweging gezet. Over deze schijf loopt de kabel waaraan aan beide uiteinden de liftkooien hangen. De schijf heeft een trommelvormig uiterlijk en werkt volgens het principe van de wrijvingskracht. Hij dankt zijn naam aan de uitvinder Carl Friedrich Koepe (1835-1922). Volgens een invuller uit Q 121 werd de Koepe-schijf bovengronds vroeger door stoom en later door elektromotoren aangedreven. Ondergronds geschiedde de aandrijving met perslucht. Zie voor dit laatste ook het lemma Koepe-lier. [N 95, 93; monogr.; N 95, 94] II-5 |
34646 | koets | koets: kutš (Chevremont) | Vierwielig rijtuig met een vierkante gesloten kast voor een klein aantal personen. De kast hangt in riemen of rust op veren. De koetsier heeft een aparte bok. De koets is een van de meest bekende rijtuigen, vandaar dat "koets" ook vaak als algemene benaming voor het vierwielig rijtuig gebruikt wordt. [N 17, 5; N 101, 1-13; N G, 51; L 28, 24; L 36, 70; L A, 288; L 1a-m; S 18; Wi 18; Gi 3,IB; monogr] I-13 |
34644 | koetsier | kutscher: kutšǝr (Chevremont) | Persoon die op de bok van een rijtuig zit en de paarden ment. [N 101, 2; Wi 15, monogr] I-13 |
20864 | koffie | caf: kaf’fieë (Chèvremont) | koffie III-2-3 |
20840 | koffie zetten | caf koken: kaffe kaoche: koffie zetten ¯t Jeet nuus uvver e sjód tes-je kaffe Dat is mieë moekefoek wie kaffe. Dat is inne kaffe wie speulwasser Dat is angere tieë wie kaffe Zoeë e tes-je kaffe deet inne näu jód a jen hats Don ing boeën mieë óp d¯r kaffe kaffe kaoche (Chèvremont), caf opschudden: Kaffieë óp¯sjudde: koffie zetten kaffieë óp’sjudde (Chèvremont) | koffie zetten || opschudden III-2-3 |
20588 | koffiedik | aas: Kaffieë óp ¯t oas ópsjudde: kokend water met nieuwe koffie aan het koffiedik toevoegen oas (Chèvremont), caf-grond: kaf’fejrónk (Chèvremont), grond: Sjud nog ins óp d¯r jrónk óp jrónk (Chèvremont), kaffeesatz (d.): kaf’fieëzats (Chèvremont), moet: De zief is vol moed moed (Chèvremont) | koffiedik III-2-3 |
19787 | koffieloodje | kaffielood: kafiəluət (Chèvremont) | koffieloodje III-2-1 |
19788 | koffiemolen | kaffiemolen: kafiəmøͅlə (Chèvremont) | koffiemolen III-2-1 |
19515 | koffiepot | cafè-grèle: kafiəjryl (Chèvremont), cafè-pot: kafiəpoͅt (Chèvremont) | koffiepot || oude koffiepot III-2-1 |