e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lege wagen lege wagen: lēǝjǝ wān (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) [N 95, 673a; monogr.] II-5
lei(en) lei(en): een lei, twee leien  ing laij, tswai laije (Chèvremont) Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
leischoenen leischoenen: lęjsǫŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Geleidingsschoenen van de schachtkooi die met enige speling om de geleidingsbomen van de schacht sluiten. [N 95, 97; monogr.] II-5
lelie (lilium) lilie (d.): lie’lieë (Chèvremont) lelie III-2-1
lelietje-van-dalen meibloem: mai’blom (Chèvremont), meiklokje: mai’klöks-je (Chèvremont) lelietje-van-dalen III-4-3
lepe, doortrapte kerel filou (fr.): fal’loer (Chèvremont), fie’loer (Chèvremont), schlaue, een - (< du.): sjlauwe (Chèvremont) achterbaks persoon, schurk || slim, sluw III-1-4
lepel lepel: lɛfəl (Chèvremont) lepel III-2-1
lepelrek lepelenbred: lɛfələbrɛt (Chèvremont) lepelrek III-2-1
lesboek, instructieboek leerboek: liǝrbux (Chevremont  [(Julia)]   [Laura, Julia]) Instructieboek dat men nodig heeft voor de opleiding tot bijvoorbeeld houwer. [N 95, 994] II-5
leunstoel pruttel: prøtəl (Chèvremont), sessel (d.): zɛsəl (Chèvremont) fauteuil || ouderwetse leunstoel III-2-1