e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke kat, kater kater: ka’ter (Chèvremont) kater III-2-1
mannelijke merel merelman: meë’leman (Chèvremont) merel, mannetje III-4-1
mannenkant mansluizijde: manslüzie (Chèvremont) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren manskleren: manskléjer (Chèvremont) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
manziek mansgek: mansjek (Chèvremont) manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
margarine margarine: majerien’ (Chèvremont), marjerien’ (Chèvremont) margarine III-2-3
margriet ganzebloem: jan’zeblom (Chèvremont) margriet, grote — III-4-3
maria-altaar maria-altaar: modderjoades-altoar (Chèvremont) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3
mariabeeld muttergottes (du.): modderjoades (Chèvremont) Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
marktkorf marktkorf: mātkø̜rf (Chevremont) In het algemeen een mand waarin producten, en dan met name etenswaren, naar de markt worden vervoerd. Zie ook afb. 288. [N 20, 50; N 40, 112; monogr.] II-12