| 20361 |
neef |
nonkenjong:
nón’kejong (Q121a Chèvremont),
nonkenjongetje:
nón’kejöngs-je (Q121a Chèvremont),
vetter (du.):
kind van oom of tante
fet’ter (Q121a Chèvremont)
|
neef || neef, oomzegger || neefje
III-2-2
|
| 27173 |
neerbraak |
neerbraak:
neerbraak (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
zenkschacht:
zɛŋkšāt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Een blinde schacht die in benedenwaartse richting wordt gedreven. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Blinde Schacht, Tussenschacht en Opbraak. [N 95, 184; N 95, 78; monogr.; Vwo 544]
II-5
|
| 24347 |
neet, luizenei |
neet:
nis (Q121a Ch?vremont)
|
neet
III-4-2
|
| 24215 |
nest |
nest:
nès (Q121a Chèvremont)
|
nest
III-4-1
|
| 24435 |
nest, hoeveelheid jongen |
hik:
ook: broedsel van vogels
hik (Q121a Ch?vremont),
worp:
v konijnen bijv.
wórp (Q121a Ch?vremont)
|
worp || worp van zoogdieren
III-4-2
|
| 24217 |
nestkastje |
vogelshuisje:
voegelshuusje (Q121a Chèvremont)
|
vogelkastje: Hoe noemt u in uw dialect een kastje voor vogels om in te nestelen dat men aan het huis of een boom hangt? [N 100 (1997)]
III-4-1
|
| 24218 |
nestverlater |
vlug:
fluk (Q121a Chèvremont)
|
gereed om uit te vliegen
III-4-1
|
| 27826 |
nevengesteente verwijderen |
stokken:
štǫkǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Het boven en onder de ontgonnen koollaag gelegen nevengesteente in een galerijfront verwijderen. Neven in samenstellingen wordt over het algemeen als een germanisme beschouwd. De Centrale Taalcommissie voor de Techniek (C.T.T.) merkt hierover op (pag. 41): "Ofschoon nieuwe samenstellingen met neven over het algemeen germanistisch aandoen, kunnen zij soms dienen om verschillende betekenissen te onderscheiden (neven, "aangrenzend gesteente" is niet hetzelfde als "bijgesteente")." Volgens de invuller uit Q 33 werd het begrip "stokken" op de mijn Emma gebruikt voor het bijwerken van de vloer (zie ook het lemma Bijwerken). [N 95, 384; N 95, 390; N 95, 927; monogr.]
II-5
|
| 20482 |
nicht |
tantenkind:
tan’tekink (Q121a Chèvremont),
tantenkindje:
troetelkind van tante
tan’tekinke (Q121a Chèvremont)
|
nicht, troetelkind van de tante || nichtje
III-2-2
|
| 18921 |
nietsnut |
lui-man:
löan (Q121a Chèvremont),
niksnuts:
nieks’nóts (Q121a Chèvremont),
niksnutser:
nieks’nutser (Q121a Chèvremont),
votlok:
vót’laoch (Q121a Chèvremont)
|
nietsnut || vent van niks
III-1-4
|