e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
seneblad senneblader: tsin’nesblaar (Chèvremont) senaabladeren III-4-3
sering flieder: flie’der (Chèvremont, ... ), flieder (d.): flīdər (Chèvremont), groffelsnagel: jrof’felsnaal (Chèvremont, ... ), seringen  jroffelsneël (Chèvremont, ... ) sering I-7, III-2-1, III-4-3
sierkleedje, antimakassar dekje: dɛkšə (Chèvremont) sierkleedje, kinderdekentje III-2-1
sigaar gifstengel: Pief nit ummer die jifsjtengele  jif’sjtengel (Chèvremont), sigaar: Verklw. tsiejeersje  tsie’jaar (Chèvremont) sigaar || slechte sigaar of sigaret III-2-3
sigarenpijpje pijpenspitsje: pie’fesjpits-je (Chèvremont) sigarepijpje III-2-3
sigaret kierma: kier’ma (Chèvremont, ... ), sigaret: tsiejaret’ (Chèvremont) sigaret || sigarettenmerk uit de jaren twintig || slechte sigaret III-2-3
sigarettenpijpje spitsje: sjpits’-je (Chèvremont) sigarettenpijpje III-2-3
sijs girlits (du.): ook wel europese kanarie genoemd  ier’liets (Chèvremont), sijsje: tsies-je (Chèvremont) sijsje || sijsje, geel — III-4-1
simpel simpel koppijler: sempǝl kǫppajlǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), simpel voetenpijler: sempǝl vøspajlǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) De ontkoolde ruimte onderlangs of bovenlangs de galerij die geheel of gedeeltelijk gevuld wordt met de stenen die bij het drijven van die galerij worden verkregen. Het front van een simpel varieert tussen tien en veertig meter in lengte en moet worden geventileerd met behulp van luchtkokers omdat er geen doortrekkende luchtstroom in aanwezig is. Volgens de invuller uit Q 15 werd een simpel in de mijn Maurits soms bovenlangs, maar meestal onderlangs met het drijven van de galerij meegenomen. [N 95, 454; N 95, 512; N 95, 513; monogr.; Vwo 98; Vwo 274; Vwo 280; Vwo 317; Vwo 318; Vwo 556; Vwo 704; Vwo 743] II-5
sinaasappel appelsien: appeltsien’ (Chèvremont) sinaasappel III-2-3