28340 |
spoorploeg |
spoorploeg:
špōrplux (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
De ploeg die verantwoordelijk is voor het aanleggen van nieuwe sporen en het onderhouden van de bestaande. [N 95, 697; monogr.]
II-5
|
28333 |
spoorspijker |
zwellennagel:
šwɛlǝnāl (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Eisden])
|
Grote L-vormige spijker die men gebruikt om de rails van licht spoor op de houten dwarsligger te bevestigen. [N 95, 711]
II-5
|
20449 |
spotnaam voor hoge hoed |
hondskooi:
hondskooi (Q121a Chèvremont),
kachelpijp:
kachelpiep (Q121a Chèvremont)
|
hoed, hoge ~: spotbemaningen [tarpot, titsj, hekteliter, böömert, handskow, kachelpiep, sjtief] [N 25 (1964)]
III-2-2
|
19359 |
spotten |
spotten:
sjpot’te (Q121a Chèvremont)
|
spotten
III-1-4
|
24248 |
spotvogel |
ulekuus:
ül’leküsj (Q121a Chèvremont)
|
spotvogel
III-4-1
|
24249 |
spreeuw |
spraan:
sjproa(n), mv. sproa(n)ts (Q121a Chèvremont)
|
spreeuw
III-4-1
|
21352 |
spreken, praten |
kallen:
kàllə (Q121a Chèvremont),
muilen:
moellə (Q121a Chèvremont),
spreken:
sjprèsjə (Q121a Chèvremont)
|
praten [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
27839 |
springstof |
geschot:
jǝšǫs (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
munition:
monytsiuǝn (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609]
II-5
|
24382 |
sprinkhaan |
hooischrik:
häu’sjrek (Q121a Ch?vremont),
hooispringer:
häu’sjpringer (Q121a Ch?vremont)
|
sprinkhaan
III-4-2
|
27900 |
sprong |
sprong:
špruŋk (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Laura, Julia])
|
Aantal centimeters dat een stijl uit het lood staat. [N 95, 294; monogr.]
II-5
|