e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stopverf stopverf: štop˲vɛrǝf (Chevremont) Soort deeg vervaardigd van krijt, loodwit en lijnolie, dat wordt gebruikt voor het dichtmaken van spijkergaten en scheuren in het houtwerk en het aanstoppen van glasruiten. [N 67, 28a; monogr.] II-9
storing, dislokatie storung: štȳruŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Een plotselinge vernauwing van de steenkoollaag door het binnendringen van het dak of de vloer of vaak ook van beide. [N 95, 843; N 95, 496; monogr.] II-5
stormx storm: sjtórm (Chèvremont) noodweer, storm III-4-4
stoutmoedig driest: draist (Chèvremont, ... ) driest III-1-4
stoven stoven: Vleesj sjtoeëve Eppel, biere sjtoeëve  sjtoeëve (Chèvremont) stoven III-2-3
straat straat: [straas]  sjtrooəs (Chèvremont) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
strekijzer strekijzer: štrɛkīzǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) IJzer voorzien van haak en klem om metalen ondersteuningen in een mijngang tegen verschuiven te verankeren. [N 95, 365; N 95, 416; monogr.] II-5
strijkijzer beugelijzer: by(3)̄jəlīzər (Chèvremont), strijkijzer: štrīx˂īzər (Chèvremont) strijkijzer III-2-1
strobloem strobloem: sjtrüe’blom (Chèvremont) strobloem III-2-1
stroef sleeuw: šliə (Chèvremont) slee, stroef van tanden III-2-3