34061 |
vaars |
vaars:
vēǝš (Q121a Chevremont)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
potdoek:
poͅt˂dox (Q121a Chèvremont),
schotelsplag:
šotəlsplak (Q121a Chèvremont),
spoeldoek:
špø̄ldox (Q121a Chèvremont)
|
vaatdoek
III-2-1
|
20330 |
vader |
vader:
vad’der (Q121a Chèvremont)
|
vader
III-2-2
|
19454 |
vak van een kast |
regaal:
rəjāl (Q121a Chèvremont),
vak:
fax (Q121a Chèvremont)
|
plank of vak in een kast || vak van kast of bureau
III-2-1
|
27567 |
vakbond |
bond:
bond (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Vereniging van werknemers. Men kende een katholieke en een socialistische vakbond. [N 95, 982; N 95, 982 add.]
II-5
|
24616 |
valeriaan |
valeriaan:
bal’driejaan (Q121a Chèvremont)
|
valeriaan
III-4-3
|
19051 |
vals |
vals:
valsj (Q121a Chèvremont)
|
vals
III-1-4
|
28034 |
van boven naar beneden kool delven |
invallen:
evalǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
Doorgaans geeft men de voorkeur aan het werken van onder naar boven in een koollaag, omdat dan o.a. het scheppen van de kolen het gemakkelijkst is. Alleen wanneer men daardoor gunstiger ten opzichte van de splijtvlakken komt te zitten of wanneer de helling van de koollaag groter is dan 25 graden, zal men in dalende richting of van boven naar beneden werken (Driessen pag. 158). Dit gebeurt ook, volgens de informant van Q 113, als de laag zeer dik is. [N 95, 520]
II-5
|
17824 |
vangen |
vangen:
vangə (Q121a Chèvremont)
|
vangen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
28252 |
vangwerk |
vangklauwen:
vangklauwen (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Inrichting aan de liftkooi die dient om bij kabelbreuk het neerstorten van de kooi te verhinderen. [N 95, 91; monogr.]
II-5
|