e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hooiwagen hooiwagen: spin, soort  häu’waan (Ch?vremont) hooiwagen III-4-2
hoornaar oreis: horees’ (Ch?vremont) horzel, hoornaarwesp III-4-2
hopen hopen: hoffe (Chèvremont) hopen III-1-4
houtmolm molm: mólm (Chèvremont) molm III-2-1
houtrasp rijfijzer: rīf˱īzǝr (Chevremont  [(grove rasp)]  ) Staafvormig stalen werktuig met tandjes en putjes voor het bewerken van hout. Zie ook afb. 57. De houtrasp wordt gebruikt om een werkstuk een eerste, voorlopige bewerking te geven. Het ruwe oppervlak wordt vervolgens met een houtvijl verder glad gemaakt. [N 33, 99; N 53, 144a; N 64, 53h; monogr.] II-12
houtskolen ameren: oͅamərə (Chèvremont) gloeiende houtskolen III-2-1
houtskool houtskool: hōtskoͅal (Chèvremont), krichelskool: krexəlskoͅal (Chèvremont) houtskool || houtskool, gedeeltelijk uitgebrande kolen III-2-1
houtspaander fidibus: filəpus (Chèvremont), fimp: fɛmp (Chèvremont) houtspaander (om de pijp mee aan te steken) III-2-1
houtsplinter splinter: špleŋktǝr (Chevremont) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
houtwagen, houtslede houtslit: hōtsšlit (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) IJzeren mijnwagentje voorzien van twee zijwanden of enkele opstaande ijzers, waarmee lang materiaal zoals boorijzers, lange stijlen en luchtkokers worden vervoerd. De "mop" uit Q 121 was een halfronde mijnwagen voor materiaaltransport, die op de Domaniale mijn uitsluitend in hellingen en dalingen werd gebruikt. [N 95, 329; monogr.; Vwo 697; Vwo 712; Vwo 801] II-5