e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijverig vlijtig: flie’sieg (Chèvremont) vlijtig III-1-4
ijzel, bevroren neerslag gladijs: jlat⁄ies (Chèvremont), ijzel: ie⁄zel (Chèvremont) ijzel III-4-4
ijzelen ijzelen: ie⁄zele (Chèvremont) ijzelen, bevriezen van neerslag III-4-4
ijzig ijzig: ie⁄zieg (Chèvremont) ijzig III-4-4
in de schil gekookte aardappelen zwelmannetjeren: Op Kaarvrieddieg ose vöal lü sjwelmensjere mit herrek  sjwel’mensjere (Chèvremont) in de schil gekookt aardappeltje III-2-3
in de tuin werken buttelen: bøtələ (Chèvremont) licht tuinwerk doen III-2-1
in de was zetten bohnern: bōnǝrǝ (Chevremont) Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.] II-12
in ondertrouw gaan zich aangeven: ziech aa’jeëve (Chèvremont) in ondertrouw gaan III-2-2
inbraak, stopmijnen inbraak: inbraak (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752] II-5
industriekool vetkool: vɛtkoǝl (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.] II-5