18914 |
ijverig |
vlijtig:
flie’sieg (Q121a Chèvremont)
|
vlijtig
III-1-4
|
25134 |
ijzel, bevroren neerslag |
gladijs:
jlat⁄ies (Q121a Chèvremont),
ijzel:
ie⁄zel (Q121a Chèvremont)
|
ijzel
III-4-4
|
25157 |
ijzelen |
ijzelen:
ie⁄zele (Q121a Chèvremont)
|
ijzelen, bevriezen van neerslag
III-4-4
|
25158 |
ijzig |
ijzig:
ie⁄zieg (Q121a Chèvremont)
|
ijzig
III-4-4
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
zwelmannetjeren:
Op Kaarvrieddieg ose vöal lü sjwelmensjere mit herrek
sjwel’mensjere (Q121a Chèvremont)
|
in de schil gekookt aardappeltje
III-2-3
|
19449 |
in de tuin werken |
buttelen:
bøtələ (Q121a Chèvremont)
|
licht tuinwerk doen
III-2-1
|
32162 |
in de was zetten |
bohnern:
bōnǝrǝ (Q121a Chevremont)
|
Het hout van meubels met was inwrijven. [N 56, 59a; monogr.]
II-12
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
zich aangeven:
ziech aa’jeëve (Q121a Chèvremont)
|
in ondertrouw gaan
III-2-2
|
27867 |
inbraak, stopmijnen |
inbraak:
inbraak (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits])
|
De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752]
II-5
|
28396 |
industriekool |
vetkool:
vɛtkoǝl (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|