e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
entre-deux entre-deux: āntrǝdø̄j (Diepenbeek), ǫntrǝdø̜j (Diepenbeek), tussenzetsel: tussenzetsel (Diepenbeek) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop envelop (<fr.): anvelop (Diepenbeek), avəlop (Diepenbeek), envəloppə (Diepenbeek) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] || een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die aansteekt: dee ziekte stikt aan (Diepenbeek), ziekte die aanstekelijk is: deͅj zegdən es ōanstiēkələk (Diepenbeek), ziekzijn dat besmettelijk is: da zikzeͅn es besmeͅttelèk (Diepenbeek) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Diepenbeek) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ereboog boog: beug (Diepenbeek) Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2
erf mesthof: meͅi̯shoͅf (Diepenbeek) I-7
erf en omliggende landerijen blok: blǫk (Diepenbeek) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
ergens, hier of daar ergens: örreges (Diepenbeek), erres: örres (Diepenbeek) ergens, hier of daar III-4-4
ericaborstel heihoningborstel: hęjǝhōneŋbosǝl (Diepenbeek) Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.] II-6
ernstig gemeend: ’t is gəmēͅi̯nd (Diepenbeek), menens: ’t is meͅi̯nəs (Diepenbeek), ’t is vrij mienes (Diepenbeek), in het dorp  teͅs meͅi̯nəs (Diepenbeek), in het gehucht  mīnəs (Diepenbeek) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4