23610 |
evangelie |
evangelie:
evangielen (Q071p Diepenbeek)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
warsschei:
wi̯ā.sšęi̯ (Q071p Diepenbeek)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
32978 |
evene |
evene:
ī.vǝn (Q071p Diepenbeek),
evert:
ivǝr (Q071p Diepenbeek),
evie:
ī.vǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
22485 |
fakkeloptocht |
fakkelstoet:
Antwoord onderlijnd bij de suggesties.
fakkelstoet (Q071p Diepenbeek)
|
een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
famfare (Q071p Diepenbeek),
muziek:
ət məzik (Q071p Diepenbeek)
|
een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] || Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19142 |
fatsoenlijk |
deftig:
das eͅnən däftəgə mens (Q071p Diepenbeek),
dɛfigə mins (Q071p Diepenbeek),
fatsoenlijk:
dā⁄s enne fatsounleke mins (Q071p Diepenbeek)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
24144 |
fazant |
fazant:
Frings
fəzānt (Q071p Diepenbeek)
|
fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22431 |
feest |
feest:
fes (Q071p Diepenbeek),
fest (Q071p Diepenbeek),
fis (Q071p Diepenbeek),
fist (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
’t fist gunə dōər zonner dat er ē lidje wjōnt gezoŋen (Q071p Diepenbeek)
|
Feest. || Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
23760 |
feestdag van een heilige |
patroon (<fr.):
petroen (Q071p Diepenbeek)
|
De naamdag van een heilige. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23763 |
feestdag van maria |
onze-lieve-vrouwdag:
slevrouwdoag (Q071p Diepenbeek)
|
Een feestdag van de H. Maagd Maria in het algemeen (Lievevrouwedag, Mariadag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|