18343 |
neus van een schoen |
naas:
naas (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
tip:
tip (Q071p Diepenbeek)
|
hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)] || Het voorste deel van de schoen, dat de tenen omsluit (neus, neuslap) Zie tek. 23. [N 60 (1973)] || neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17614 |
neusgaten |
neuskotten:
noaskoeter (Q071p Diepenbeek)
|
Neusgaten (neuskoeten, -luiken). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
34222 |
neusklem |
ring:
ręŋk (Q071p Diepenbeek)
|
Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d]
I-11
|
31134 |
neuslap |
tip:
tep (Q071p Diepenbeek)
|
Reparatiestuk voor de neus van de schoen. [N 60, 233e]
II-10
|
33930 |
neusriem |
snuitriem:
snǭǝtrī.m (Q071p Diepenbeek)
|
Leren riempje van de halster dat over de neus van het paard loopt. [JG 1a]
I-10
|
34370 |
neusring |
ring:
reŋk (Q071p Diepenbeek)
|
Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.]
I-12
|
18619 |
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden |
pakket bet wafeltjes:
+/- pekej [pakket?] met wafeltjes. [sic]
pəkeͅj be wēͅfəlkəs (Q071p Diepenbeek)
|
mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20482 |
nicht |
nicht:
nicht (Q071p Diepenbeek),
niech (Q071p Diepenbeek),
nieg (Q071p Diepenbeek),
nigt (Q071p Diepenbeek)
|
nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
34208 |
nierbekkenontsteking |
nierziekte:
nirzękdǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34265 |
nieren |
boontjes:
bø̜nǝkǝs (Q071p Diepenbeek),
nieren:
nieren (Q071p Diepenbeek)
|
Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d]
I-11
|