e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorveeg oorveeg: ūirveͅig (Diepenbeek, ... ) hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] III-1-2
oorwissen oorwissen: ūrwisǝ (Diepenbeek) De wissen waaruit de handvatten worden vervaardigd. Zie ook afb. 278. De respondent uit Sint-Truiden (P 176) merkte op dat men voor de oren van een plukkorf riet uit Indonesië gebruikte. Men betrok dit via Antwerpse handelaren. [N 40, 73] II-12
oorworm oorworm: fon. var. van "oorworm"niet overgenomen  oorworm (Diepenbeek) oorworm [ZND 34 (1940)] III-4-2
oostindische kers pastoorkapje: -  poəstərchepkəs (Diepenbeek), pastoorkapjes: -  poəstərkepkəs (Diepenbeek, ... ), paterkapjes: paoətər kèpkəs (Diepenbeek, ... ), -  poətərkepkəs (Diepenbeek, ... ) [DC 60A (1985)] [N 92 (1982)]oostindische kers (Tropaeolum majus L.) [DC 60a (1985)] || Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
oot draft: ?  druft (Diepenbeek), wilde haver: -  wi:~ln ho:ivər (Diepenbeek) oot [wilde haver] [ZND 49 (1958)] III-4-3
oot, wilde haver draf: drøft (Diepenbeek), wilde haver: wīlǝ ǭvǝr (Diepenbeek) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart gaan: bjovet goan (Diepenbeek), ve goin bjovĕt (Diepenbeek), vei goin bjōvət (Diepenbeek), wy gaan bjovet (Diepenbeek) Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] || We gaan een bedevaart doen. [ZND 21 (1936)] III-3-3
op de borrel gaan buurten: buurten (Diepenbeek) Voordat een varken geslacht wordt, komen de buren het prijzen in de hoop op een borrel te worden getrakteerd. Ook komt het voor dat dit gebeurt, als het varken gedood is. Soms blijven de inspanningen die men zich voor de borrel moet getroosten beperkt tot wat prijzende woorden, soms helpt men even mee het varken op de grond te trekken of het dier vast te houden, zodat de slachter het de keel kan doorsnijden. [N 28, 4] II-1
op de knie naaien knie naaien: knęj nęjǝn (Diepenbeek) Met de knieën op elkaar of met gekruiste benen naaien op één der knieën. Bij voorkeur naait men op de linkerknie, omdat het lichaam hierbij een veel natuurlijker houding aanneemt dan bij het naaien op de rechterknie. [N 59, 71a] II-7
op de loop gaan keten gaan: kä:tən goͅən (Diepenbeek), ketsen gaan: kätsən goͅən (Diepenbeek), lopen gaan: lōpe goͅen (Diepenbeek), op loop gaan: op l"p goͅən (Diepenbeek), ritsen gaan: retsən goͅən (Diepenbeek), vegen gaan: viēgən goͅən (Diepenbeek) op de loop gaan [ZND 30 (1939)] III-1-2