e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papier papier: papier verfrommelen (Diepenbeek), pəpīr vərfrommələn (Diepenbeek), pəpīr vərfromələn (Diepenbeek) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
papperig, opgeblazen persoon pappens: pappens (Diepenbeek) Opgeblazen van lijf (pafferig, pappetig, poesterig, opgezwollen). [N 109 (2001)] III-1-1
paraplu paraplu: eͅnne paraply (Diepenbeek), eͅnə pärəply(3)̄ (Diepenbeek), ix heͅb meͅnne paraply eͅn de staosĕ ḷoͅte stoͅn (Diepenbeek), parəply (Diepenbeek), Zie ook afb. p.176.  perplü (Diepenbeek) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)] || paraplu, regenscherm || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
parel parel: pjal (Diepenbeek, ... ) parel || Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven paren: pō.rə (Diepenbeek) Paren [van de duiven]. [Goossens 1a (1955)] III-3-2
parfum goede geur: goeie geur (Diepenbeek) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3
parochie parochie: `dorp`  ən pərochən (Diepenbeek), `wordt slechts gebruikt in den zin van kerkelijke gemeent met een pastoor`  parochie (Diepenbeek) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: køkskǝ (Diepenbeek) [N 19, 40b] I-12
pasband biesband: bisbānt (Diepenbeek) Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW] II-7
pasen pasen: poasen (Diepenbeek), posən vylt lōͅət (Diepenbeek) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] || Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3