34174 |
pootjesblaas |
pootblaas:
putbluǝs (Q071p Diepenbeek)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
22806 |
pop |
pop:
em poop (Q071p Diepenbeek),
pop (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
pôp (Q071p Diepenbeek)
|
Een pop. [ZND 40 (1942)] || pop [GTRP (1980-1995)] || Pop. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
poppekaas (Q071p Diepenbeek),
poppenspel:
popəspēl (Q071p Diepenbeek)
|
de voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel] [N 112 (2006)] || De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
populier:
populier (Q071p Diepenbeek)
|
Hoe noemt U: populier [N 50 (1972)]
III-4-3
|
19849 |
porselein |
porselein:
poslē̜n (Q071p Diepenbeek)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21481 |
portemonnee, beurs |
beurs:
bos (Q071p Diepenbeek),
portemonnee (<fr.):
enne liëren portemonaië (Q071p Diepenbeek),
ɛnne lēre poͅrtemonēi (Q071p Diepenbeek),
ɛnə liērə poͅrtəmənɛij (Q071p Diepenbeek),
portemonneetje (<fr.):
portemenèike (Q071p Diepenbeek)
|
beurs || Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] || geldbeugel
III-3-1
|
22807 |
portret, foto |
foto:
Syn. pertrèt, petrèt.
fottow (Q071p Diepenbeek),
portret (<fr.):
portret (Q071p Diepenbeek),
pətreͅt (Q071p Diepenbeek),
[Syn. fottow, pertrèt].
petrèt (Q071p Diepenbeek),
[Syn. fottow, petrèt].
pertrèt (Q071p Diepenbeek)
|
Foto. || Portret. [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
fakt"r (Q071p Diepenbeek),
fakteur (Q071p Diepenbeek)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
porselein:
pərslēͅ.n (Q071p Diepenbeek),
postelein:
Pĕslēn (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
p∂rŋ̄slu̯.n (Q071p Diepenbeek)
|
[DC 69 (1994)] [Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
21207 |
postzegel |
timbre (fr.):
timbər (Q071p Diepenbeek),
timper (Q071p Diepenbeek)
|
het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] || postzegel
III-3-1
|