23861 |
processievaantjes |
processievaantjes:
precêssevoinkes (Q071p Diepenbeek)
|
De vaandeltjes die in de processiestoet worden meegedragen [persessieveendelkes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
32107 |
profielschaaf |
profielschaaf:
prǫfilšāf (Q071p Diepenbeek)
|
Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.]
II-12
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
van d`occōͅize profetēeren (Q071p Diepenbeek),
van dokōižən profətiēərən (Q071p Diepenbeek)
|
Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
stoefen:
stoefen (Q071p Diepenbeek)
|
Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
plōͅym (Q071p Diepenbeek)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21698 |
prop |
prop:
pröp (Q071p Diepenbeek)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
28551 |
propolis |
colle:
kol (Q071p Diepenbeek),
voorwas:
vø̄rwaǝ.s (Q071p Diepenbeek)
|
Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.]
II-6
|
22310 |
proppenschieter |
flots:
flots (Q071p Diepenbeek),
/
flots (Q071p Diepenbeek)
|
????????? [SND (2006)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoer (Q071p Diepenbeek)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
šōͅp (Q071p Diepenbeek)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|