32825 |
raam van de landrol |
kader:
kādǝr (Q071p Diepenbeek)
|
Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.]
I-2
|
31761 |
raam van de spanzaag |
raam:
rām (Q071p Diepenbeek)
|
Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.]
II-12
|
33452 |
raampje in een poort |
kijkkot:
kikkuǝt (Q071p Diepenbeek)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
31772 |
raamzaag |
raamzeeg:
rǭmzēx (Q071p Diepenbeek)
|
Zware spanzaag waarbij het blad midden in het zaagraam verticaal bevestigd is. Zie ook afb. 21. De raamzaag werd door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. Ook bij de houtzager was een, meestal vrij zware, uitvoering van de raamzaag bekend. Ze lag doorgaans boven een kuil, de zaagkuil, en werd gebruikt voor het zagen van latten en planken. De kuil werd zeegkuil genoemd in As (L 417; zē̜xkūl) en Diepenbeek (Q 71; zēxkǫwl). [N 50, 58; N 75, 116d; N G, 23c add; monogr.; div.]
II-12
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
aodig (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
vreemd:
vrömd (Q071p Diepenbeek)
|
raar || vreemd || zonderling
III-1-4
|
28447 |
raat |
raam:
rǭm (Q071p Diepenbeek),
raat:
roat (Q071p Diepenbeek),
rǭt (Q071p Diepenbeek)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
28653 |
raathoning, tafelhoning |
raathoning:
rǭthōneŋ (Q071p Diepenbeek)
|
Blanke honing die in de raat verkocht wordt. [N 63, 115b; monogr.]
II-6
|
30655 |
radiatorkwast |
radiateurborstel:
radijatø̄rbǫsǝl (Q071p Diepenbeek)
|
Platte kwast waarvan de haarbundel gevat is in een ijzeren bus die onder een hoek van ongeveer 450 aan de steel bevestigd is. De kwast wordt gebruikt voor het schilderen van radiatoren. [N 67, 43c]
II-9
|
33577 |
radijs |
radijs:
radijs (Q071p Diepenbeek)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
21209 |
radio |
radio:
radio (Q071p Diepenbeek)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|