e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt herstel: hɛrstɛl (Diepenbeek), mes: mēs (Diepenbeek) Bedoeld zijn de kleine stukjes die in de worst worden verwerkt etc. De mes-opgaven binnen dit lemma duiden op een soort hakmes. [N 28, 115; N 28, 49] II-1
bijleggen bijleggen: Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  bijleggen (Diepenbeek) extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen] [N 112 (2006)] III-3-2
bijten bijten: 1a-m  bēͅten (Diepenbeek), bēͅtən (Diepenbeek), bêten (Diepenbeek), bɛëten (Diepenbeek) bijten [ZND 21 (1936)] III-2-3
bijweg zijweg: zééweeg (Diepenbeek) een weg die niet de hoofdverbinding vormt (bijweg, remel) [N 90 (1982)] III-3-1
bikbijltje bijl: bɛal (Diepenbeek) Tweesnijdend bijltje met kort handvat om oude stenen schoon te kappen. Zie ook afb. 9. Het verwijderen van oude specieresten van metselstenen werd in Q 116 'afbikken' ('āf˱bekǝ') genoemd. [N 30, 15c] II-9
bikkel(s) beentje: beͅiŋkəs (Diepenbeek), kattepoten (scherts.): /  kattepoete (Diepenbeek) / [SND (2006)] || De beentjes. [N R (1968)] III-3-2
bikkelen op de hand doen: pag 1: Obbe haand doen deuë ze bè 5 moie.  obbe haand doen (Diepenbeek), pag. 2-5: Bikkelen is n behendigheid. Als er geen knikker op de rug van je hand blijft liggen dan doe je fout. De knikkers die op de grond vallen moeten nog opgeraapt worden... omhoog werpen, oprapen, opvangen. Knikkers spreiden [de daollegges]... één voor één oprapen zonder de andere knikkers te beroeren. Als je ziet dat een andere knikker geraakt wordt moet je zeggen... "gestoetn". [Dan is de volgende aan de beurt]. Bij de twee... moeten de knikkers twee aan twee opgeraapt worden. Als de knikkers ver uit elkaar liggen dient men in één haal toch de beide knikkers op te rapen [moo sjêrn]. Bij de drie... eens drie knikkers en eens één oprapen. De vijf... dat is n andere klus. Alle opgeraapte knikkers mee opgooien en nadien terug opvangen, tot ze allemaal opgeraapt zijn. Eerst 1 knikker oprapen. De twie opraopes vanne veif. Bij aanvang 2 rapen. De drei opraopes vanne veif. Bij aanvang 3 oprapen. De kattepoet [kattepoot]. Alles opnieuw, te beginnen met drie op de hand maar klauwend opvangen, zoals een kat.  obbe haand doen (Diepenbeek), op het handje spelen: oͅp t hɛntjə (Diepenbeek), oͅp t hɛntjə spēlə (Diepenbeek) [Knikkerspel:] Bikkelen. || Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)] III-3-2
bil achterbil: axtɛrbel (Diepenbeek) Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
biljet van duizend frank blauwe, een ~: ps. omgespeld volgens Frings.  blōə (Diepenbeek), nə blōən (Diepenbeek) 1000 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van duizend gulden duizend: ps. omgespeld volgens Frings.  duzənt (Diepenbeek) 1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1