| 20813 |
vermicelli |
vermicelle (fr.):
fermesjèl (Q071p Diepenbeek)
|
vermicelli
III-2-3
|
| 28502 |
verminkte koningin |
gekwetste koningin:
gǝkwɛtstǝ kø̄neŋen (Q071p Diepenbeek)
|
Een aan de vleugels, spriet of poot beschadigde koningin. Het gevolg van die beschadiging is dat ze onbevrucht blijft. Daardoor is ze waardeloos voor het bijenvolk. [N 63, 63b]
II-6
|
| 30605 |
vernis |
vernis:
vǝrnes (Q071p Diepenbeek)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|
| 30706 |
vernissen |
vernissen:
vǝrnesǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.]
II-9
|
| 23249 |
verplichte feestdag |
hoogdag:
hoegdoag (Q071p Diepenbeek)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 24997 |
verpulveren |
verpoederen:
vərpoïərən (Q071p Diepenbeek)
|
tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 25090 |
verschieten |
afschieten:
aofsjietən (Q071p Diepenbeek)
|
anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 22709 |
verschillende knikkerspelen |
uit de pot schieten:
Iech zal heë ns gouw n oug maoke, sè!
oat de pot sjiet`n (Q071p Diepenbeek)
|
[Knikkerspel:] Uit de pot schieten.
III-3-2
|
| 22715 |
verschillende knikkerspelen: slang schieten |
slang schieten:
slangsjiet`n (-sjüt`n) (Q071p Diepenbeek),
pag. 7-10: n Hooivork om een slang te tekenen! Hoe meer de slang kronkelt, hoe moeilijker. Nog wat dwarsstrepen en t is klaar. -En aan ieder uiteinde ook een streep zie ik. Wie het verst in de slang kan schieten, mag eerst. Het is de bedoeling om eerst over de eindstreep te raken. Als je buiten schiet moet je n streep terug. (Er zijn verschillende manieren van schieten: schieten vanaf de kneukel; schieten vanuit een hennenkont.) De speler die aan [sic: een] andere raakt of eruit schiet, blijft aan de beurt.
slangsjiet`n (Q071p Diepenbeek)
|
[Knikkerspel:] Slangschieten. || Knikkerspel.
III-3-2
|
| 34233 |
verse koe |
verse:
vjǫsǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|