18709 |
versierde schouderdoek |
communiekleed:
kəmynəklet (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
siere (Q071p Diepenbeek),
sieren (Q071p Diepenbeek),
versieren:
versieëren (Q071p Diepenbeek)
|
Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] || met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren] [N 112 (2006)] || Versieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
25344 |
verslachten |
afslachten:
āfslaxtǝn (Q071p Diepenbeek),
verslachten:
verslachten (Q071p Diepenbeek)
|
Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97]
II-1
|
18226 |
versleten |
afgedragen:
oafgedroage (Q071p Diepenbeek),
versleten:
versleeten (Q071p Diepenbeek),
versleten (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
verslijəte (Q071p Diepenbeek),
vərsletən (Q071p Diepenbeek)
|
Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
22568 |
versnaperingen ophalen op vastenavond |
vastelavondjagen:
[Met afbeelding pag. 237].
ve(r)sloved jaoge (Q071p Diepenbeek)
|
Spek schooien bij vastenavond.
III-3-2
|
32918 |
verspreid gras |
brei:
brē̜i̯ (Q071p Diepenbeek)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
31757 |
verstekzaagmachine |
verstekzeeg:
vǝrstēk˲zēx (Q071p Diepenbeek)
|
Zaag die gemonteerd is in een ijzeren constructie met geleiders en in verschillende hoekstanden geplaatst kan worden. De verstekzaagmachine wordt gebruikt om verstekken te zagen. Zie ook afb. 16. [N 53, 12; monogr.]
II-12
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
voederklep:
vui̯ǝrklęp (Q071p Diepenbeek)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
ęŋǝlsǝ sløtǝl (Q071p Diepenbeek)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
33364 |
verstelbare voerluiken |
voederklep:
vui̯ǝrklɛp (Q071p Diepenbeek)
|
Verstelbare luiken, die de voergang afscheiden van de voerbak en de koeienstand, komen vooral in het noorden van Nederlands-Limburg voor. Door de luiken wordt het voer vanuit de voergang in de voerbak gedaan. Waar deze onbekend zijn, zijn vaak benamingen voor een ruif voor koeien vermeld. Deze zijn verzameld in het lemma "ruif voor de koeien" (2.2.19). [N 5 A, 37d; monogr.]
I-6
|