e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voile voile (fr.): vwoil (Diepenbeek), syn. vooël.  vwal (Diepenbeek), syn. vwal.  vooël (Diepenbeek) Lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 114 (2002)] || sluier III-1-3
volant koppel: koppel (Diepenbeek), volant: vlaŋ (Diepenbeek), volant (fr.): vlang (Diepenbeek) Een strook op een japon die maar aan één kant vastzit. Het volant-effect is een decoratieve afwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van de rekbaarheid van de gebreide stof. Het klokkende effect wordt verkregen door de stof op te rekken tijdens het stikken (Het Beste Naaiboek, pag. 314). [N 62, 42b; N 62, 42a; MW; monogr.] || Hoe noemt U: een strook op een japon die maar aan één kant vastzit (volant?)? [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
volk (mensen) mensen: mensə (Diepenbeek) volk [RND] III-3-1
volkszang samenzang: samenzang (Diepenbeek) Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3
volle aflaat volle aflaat: ne vollen oafloat (Diepenbeek) Een volle aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
volle maan oog: gelezen als: (he)t ouch  touch (Diepenbeek) volle maan III-4-4
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bir (Diepenbeek), biǝr (Diepenbeek), bēr (Diepenbeek), bī.r (Diepenbeek), bīr (Diepenbeek), bīǝr (Diepenbeek) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonderbalk, pasbrug lichthout: lixhōt (Diepenbeek), vonder: vǫnǝrǝ (Diepenbeek) De horizontale balk, als onderdeel van de houten licht, waar het pasblok van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) op rust. Zie ook afb. 85. [N O, 23b; A 42A, 26; Vds 105; Jan 143; Coe 127; Grof 150; N D, 21; A 42A, 22] II-3
vonk vonk: vuŋk (Diepenbeek, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voogd momber: momər (Diepenbeek), mómmer (Diepenbeek) voogd || voogd (over minderjarige kinderen) [ZND 08 (1925)] III-2-2