e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voor de gek houden verneuken: verneuk’n (Diepenbeek) foppen III-1-4
voorbidden voorbeden: veurbèèën (Diepenbeek) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorgeborchte van de biechtstoel hokje: hokske (Diepenbeek) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorhamer smis(se)hamel: smishǭmǝl (Diepenbeek  [(hamer met twee vlakke banen dus zonder pen)]  ), voorhamel: vø̜rhǭmǝl (Diepenbeek  [(8 kg)]  ) Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.] II-11
voorhoofd voorhoofd: de oeren op ze vørhøt (Diepenbeek), də ōiərən va zə vørhöid (Diepenbeek), də ôrən vazə v"rhøt (Diepenbeek) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorhuid velletje: velleke (Diepenbeek, ... ) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorjaarsdracht opgang: opgang (Diepenbeek), voorjaarsdracht: vø̄rjǭrsdrǫxt (Diepenbeek) De periode van het voorjaar waarin de bijen vliegen op bloesem van de dan bloeiende planten, bloemen en bomen. In vragenlijst N 63, vraag 50a is gevraagd naar de bloemen, planten en bomen waarvandaan de bijen in het voorjaar honing en stuifmeel halen. De antwoorden op deze vraag geven het volgende resultaat. In het voorjaar vliegen de bijen op fruitbloesem, voorjaarsbloemen en sierplanten, meidoorn, acacia, wilgebomen, koolzaad, paardebloem, lupinen, bonenbloei, esdoorn, hulst, crocussen en hazelaar. Uiteraard zullen er nog meer haalmogelijkheden voor de bij zijn. [N 63, 48; N 63, 50a; Ge 37, 85] II-6
voorjaarshoning meihoning: męhōneŋ (Diepenbeek), voorjaarshoning: vø̄rjoǝ.rshōneŋ (Diepenbeek) Soort honing die uit de nectar van voorjaarsbloesem, vooral fruitbloesem, is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 129; monogr.] II-6
voorknie knie: knē̜i̯ (Diepenbeek) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voorpand voorpand: voorpand (Diepenbeek) De langwerpige voorkant van het dak. [N F, 47a] II-9