e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijde regenmantel zonder mouwen caban (fr.): kebao (Diepenbeek) regencape III-1-3
wijnstok, wingerd wilde wingerd: wiele wèègerd (Diepenbeek) I-7
wijwater wijwater: weiwetter (Diepenbeek, ... ) Wijwater [wïjewaater, wiejwasser, fintwaater]. [N 96B (1989)] || Wijwater, gewijd water [weej-,wij-,wiejwaater, wiewasser, heilig water, vontwater?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwaterbakje wijwaterbakje: weiwetterbekske (Diepenbeek) Een wijwatersbakje, thuis op de slaapkamer [wïjewatersbekske, wiejwassesjpötje, fintwaterbekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwateremmer wijwatervat: weiwettervaat (Diepenbeek) Het wijwatervat, de wijwateremmer. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwaterkwast kwispel: kweispel (Diepenbeek) De wijwaterkwast. [N 96B (1989)] III-3-3
wijwatervat wijwatervat: weiwettervoat (Diepenbeek) De met wijwater gevulde bak bij de ingang(en) van de kerk [wijwater(s)bak, -vat, -steen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzerplaat van het torenuurwerk wijzerplaat: weizerploat (Diepenbeek) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk wijzers: weizers (Diepenbeek) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wikkelen marmerzetten: marmǝrzętǝ (Diepenbeek) Het schilderen van marmeraderen op houtwerk of stucpleister, ter nabootsing van echt marmer. [N 67, 84b; N 67, 85b] II-9