e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brief brief: bri:v (Diepenbeek) brief [RND] III-3-1
briefkaart postkaart: poskaot (Diepenbeek), postkaot (Diepenbeek) briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briesen pruisen: prūsǝ (Diepenbeek), prǭ.sǝ (Diepenbeek) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
briket kluitje: steenkoolbriketjes  klø͂ͅi̯tšəs (Diepenbeek) kluit, steenkoolbriket [ZND 28 (1938)] III-2-1
broed broed: bru.ǝt (Diepenbeek), bruwǝt (Diepenbeek) Het geheel van eieren en larven in het broednest, onderverdeeld in open broed (eitjes en larven) en gesloten broed (het popstadium). [N 63, 20a; N 63, 18; Ge 37, 64] II-6
broed aanzetten broed aanzetten: bru.ǝt ǭnzɛtǝ (Diepenbeek) Begin van vorming van het broednest. De koningin legt bevruchte en onbevruchte eieren in de cellen. Uit de bevruchte eieren komen de werkbij en de koningin of moer, uit de onbevruchte de dar. [N 63, 18] II-6
broed trekken broed trekken: bru.ǝt trękǝ (Diepenbeek) Verwijderen van het broed door de bijen als er te weinig voedsel is. De bijen verwijderen het onverzegelde broed, eventueel bij grote armoede ook het verzegelde, omdat de materie waarin de larven liggen hen nog als voedsel kan dienen. [N 63, 20b] II-6
broeden, op eieren zitten broeden: brȳǝ (Diepenbeek), brȳǝn (Diepenbeek) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren klok: klok (Diepenbeek), klokhen: klokhen (Diepenbeek) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broedhen broedkarige hen: brū.tkǭlegǝ hęn (Diepenbeek) Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12