e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

Gevonden: 5709
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cirkelvormig raam zon: zǫn (Diepenbeek) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
cirkelzaagmachine ronde zeeg: rǫn zēx (Diepenbeek) Zaagmachine met een cirkelvormig zaagblad. Het zaagblad is verticaal op een as onder de zaagtafel bevestigd en steekt er door een gleuf gedeeltelijk bovenuit. [N 53, 17; monogr.] II-12
citroenmelisse levraan: levrow (Diepenbeek) I-7
colbertjasje colbert (fr.): kolbeir (Diepenbeek), pit: pit (Diepenbeek) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || het colbert [N 59 (1973)] III-1-3
collectant die met de klapschotel rondgaat: dèè be de klapsjuttel rondgèt (Diepenbeek) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collectebakje klapschotel: klapsjuttel (Diepenbeek) Een collectebakje aan een lange steel [centebekske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteren bet de klapschotel rondgaan: bè de klapsjuttel rondgoan (Diepenbeek) Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal klaterschotel: klapsjuttel (Diepenbeek) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
communie communie (<lat.): kemunnen (Diepenbeek) De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
communie-uitdeling communie (<lat.) uitdelen: kemunnen oatdeilen (Diepenbeek) Communie-uitdeling, communie-uitreiking buiten de mis (b.v. zondagmorgen een (half) uur vóór de vroegmis). [N 96B (1989)] III-3-3