33484 |
plukken, van fruit |
plukken:
plökke (L431p Dieteren)
|
plukken [SGV (1914)]
I-7
|
33707 |
poel |
poel:
pōl (L431p Dieteren)
|
Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.]
I-8
|
24949 |
poel, plas |
poel:
peul (L431p Dieteren)
|
poelen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
19418 |
poken |
ragelen:
rōͅxələ (L431p Dieteren)
|
poken [SGV (1914)]
III-2-1
|
17657 |
pols |
pols:
pols (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19474 |
pook |
stovenhaak:
stōvənhōͅk (L431p Dieteren)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǫrt (L431p Dieteren)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
24490 |
populier (alg.) |
peppel:
pêpel (L431p Dieteren)
|
populier [SGV (1914)]
III-4-3
|
29990 |
portlandcement |
portland:
pǫrtlantj (L431p Dieteren)
|
Cementsoort, bestaande uit ca. 60% kalk, 20% kiezelzuur, 5% ijzeroxyde en 15% leem. Het dankt zijn naam aan de overeenkomst in kleur met de grijze Portlandsteen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(cement)' het lemma 'Cement'. [N 30, 35b]
II-9
|
33171 |
poten |
zetten:
zętǝ (L431p Dieteren)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|