20659 |
draad |
draad:
drǭt (L431p Dieteren),
rank:
rank (L431p Dieteren),
reng (L431p Dieteren)
|
de draden of randen van peulvruchten [N Q (1966)] || hoe noemt men één zon draad (van peulvrucht) [N Q (1966)] || Samenhangend geheel van ineengedraaide vezels (van vlas, hennep, katoen, zijde of andere stof) tot een aanmerkelijke lengte dun uitgesponnen. Bij de antwoorden op de vraag naar draad of draad garen in de enquête van Schrijnen - Van Ginneken - Verbeeten (S) leest men nogal eens de opmerking dat ø̄draadø̄ ook van ijzer kan zijn, terwijl een ø̄draad garenø̄ vaam wordt genoemd. Daarom kunnen draad en vaam in eenzelfde plaats genoemd worden voor het begrip ø̄draadø̄. Het is ook duidelijk dat het algemeen Nederlandse draad het oudere vadem gaat verdringen. [N 62, 55b; N 62, 55a; L 1a-m; L 1u, 40; L 8, 29; L 17, 4; L A2, 304; L B1, 69; L B1, 76; Gi 1.IV, 26; Wi 5; S 27; monogr.]
II-7, III-2-3
|
17856 |
draaien |
draaien:
dreìje (L431p Dieteren),
driëje (L431p Dieteren),
keren:
kaire (L431p Dieteren)
|
draaien [DC 02 (1932)] || keren [SGV (1914)]
III-1-2
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
ringen/randen:
reng (L431p Dieteren)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
drage (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
21153 |
dreef |
dreef:
dreef (L431p Dieteren)
|
dreef [SGV (1914)]
III-3-1
|
18877 |
drenzen |
zeuren:
zeure (L431p Dieteren)
|
drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
18866 |
driftig |
gauw gek:
gauw gek (L431p Dieteren)
|
driftig [SGV (1914)]
III-1-4
|
22655 |
drijftol |
popperel:
popperel (L431p Dieteren),
popperell (L431p Dieteren),
pópperel (L431p Dieteren)
|
Draaitol. || drijftol [SGV (1914)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
20499 |
drinken |
drinken:
drenke (L431p Dieteren),
drènke (L431p Dieteren)
|
drinken [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
20635 |
dronken |
zat:
zaat (L431p Dieteren)
|
zat [SGV (1914)]
III-2-3
|