e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lies lies: lees (Dieteren) lies [SGV (1914)] III-1-1
lieveheersbeestje lieveherekuikje: leevenièrekuukske (Dieteren) lieveheersbeestje [Roukens 03 (1937)] III-4-2
liggen liggen: likke (Dieteren) liggen [SGV (1914)] III-1-2
lijkbidder lijkbidder: liekbèjer (Dieteren), ter-lijk-bidder: ter liek beejers (Dieteren) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
lijnzaad, vlaszaad lijnzaad: linzǭt (Dieteren) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lindeblad lindeblad: linjeblaad (Dieteren) lindeblad [SGV (1914)] III-4-3
liniaal lijnentrekker: lienetrèkker (Dieteren) liniaal [SGV (1914)] III-3-1
linnen, linnengoed lijwand: livǝnt (Dieteren) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: lup (Dieteren, ... ), lüp (Dieteren) lip [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
lisdodde luuskluppel: ö als inDuitse Stocke  luusjklöppel (Dieteren) lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3