33624 |
putgalg |
gaffel:
gafəl (L421p Dilsen, ...
L421p Dilsen)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
stok:
stok (L421p Dilsen)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
33623 |
putzwengel |
balk:
balk (L421p Dilsen)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L421p Dilsen),
venster:
venstǝr (L421p Dilsen
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
31761 |
raam van de spanzaag |
zeegraam:
zē̜xrām (L421p Dilsen)
|
Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.]
II-12
|
33575 |
raapstelen |
raapsteel:
raapsteel (L421p Dilsen)
|
Hoe noemt u: groente die bestaat uit de jonge bladeren der kleine witte meirapen (brassica rapa - fam. cruciferae) (raapsteel\\, keel\\, kejl\\) [N 71 (1975)]
I-7
|
33272 |
raapzaadolie |
reubsmout:
rø̄b˱smau.t (L421p Dilsen)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
28447 |
raat |
raat:
ra.t (L421p Dilsen),
raats:
(mv)
rwo.tsǝn (L421p Dilsen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
28653 |
raathoning, tafelhoning |
raathoning:
ra.tho.neŋ (L421p Dilsen)
|
Blanke honing die in de raat verkocht wordt. [N 63, 115b; monogr.]
II-6
|
33576 |
rabarber |
rabarber:
rebarber (L421p Dilsen)
|
Hoe noemt u: rabarber (rheum palmatum - fam. polygoneae) (rebèrbel, rebèlleber) [N 71 (1975)]
I-7
|