e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
putgalg gaffel: gafəl (Dilsen, ... ) [ZND 32 (1939)] I-7
puthaak stok: stok (Dilsen) [ZND 32 (1939)] I-7
putzwengel balk: balk (Dilsen) [ZND 32 (1939)] I-7
raam raam: rām (Dilsen), venster: venstǝr (Dilsen  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raam van de spanzaag zeegraam: zē̜xrām (Dilsen) Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.] II-12
raapstelen raapsteel: raapsteel (Dilsen) Hoe noemt u: groente die bestaat uit de jonge bladeren der kleine witte meirapen (brassica rapa - fam. cruciferae) (raapsteel\\, keel\\, kejl\\) [N 71 (1975)] I-7
raapzaadolie reubsmout: rø̄b˱smau.t (Dilsen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raat raat: ra.t (Dilsen), raats: (mv)  rwo.tsǝn (Dilsen) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raathoning, tafelhoning raathoning: ra.tho.neŋ (Dilsen) Blanke honing die in de raat verkocht wordt. [N 63, 115b; monogr.] II-6
rabarber rabarber: rebarber (Dilsen) Hoe noemt u: rabarber (rheum palmatum - fam. polygoneae) (rebèrbel, rebèlleber) [N 71 (1975)] I-7