33577 |
radijs |
radijs:
rirdieze (L421p Dilsen)
|
Hoe noemt u: radijs (raphanus sativus - fam. cruciferae) [N 71 (1975)]
I-7
|
18167 |
rafel |
franjel:
fran⁄əls (L421p Dilsen)
|
Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)]
III-1-3
|
21164 |
rails |
roden?:
roie (L421p Dilsen),
route (fr.):
rut (L421p Dilsen)
|
rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
19977 |
rammelaar |
rekel:
rēͅkəl (L421p Dilsen)
|
rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
33578 |
rammenas |
rammenas:
rammenas (L421p Dilsen),
ramənas (L421p Dilsen)
|
[ZND 41 (1943)]Hoe noemt u: rammenas (Raphanus sativus niger - fam. cruciferae) [N 71 (1975)]
I-7
|
30997 |
rand |
rand:
rant (L421p Dilsen)
|
De reep leer die men vastnaait aan de binnenzool en schacht en waaraan men later de zool bevestigt. Zie afb. 39. [N 60, 88a]
II-10
|
18451 |
rand [wld ii.10, p. 40] |
rand:
rand (L421p Dilsen)
|
Een reep leer die, na eerst geschift te zijn, vastgenaaid wordt aan de binnenzool en schacht en waaraan later de zool wordt bevestigd? (rand, rabat?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
31046 |
randsteekmes |
uitsnijder:
ūtsniǝr (L421p Dilsen)
|
Gereedschap waarmee men het overhangende leer aan de zool gelijkmatig afsnijdt. De antwoorden in dit lemma komen uit verschillende vragen. Het is mogelijk dat dit randsteekmes voor verschillende doeleinden wordt gebruikt en dat het daardoor ook van vorm kan verschillen. Zie afb. 52. [N 60, 116a; N 60, 117a; N 60, 174a]
II-10
|
33207 |
rapen |
rapen:
rā.pǝ (L421p Dilsen)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L421p Dilsen)
|
Schuurrasp, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243d]
II-10
|