e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
radijs radijs: rirdieze (Dilsen) Hoe noemt u: radijs (raphanus sativus - fam. cruciferae) [N 71 (1975)] I-7
rafel franjel: fran⁄əls (Dilsen) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3
rails roden?: roie (Dilsen), route (fr.): rut (Dilsen) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar rekel: rēͅkəl (Dilsen) rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1
rammenas rammenas: rammenas (Dilsen), ramənas (Dilsen) [ZND 41 (1943)]Hoe noemt u: rammenas (Raphanus sativus niger - fam. cruciferae) [N 71 (1975)] I-7
rand rand: rant (Dilsen) De reep leer die men vastnaait aan de binnenzool en schacht en waaraan men later de zool bevestigt. Zie afb. 39. [N 60, 88a] II-10
rand [wld ii.10, p. 40] rand: rand (Dilsen) Een reep leer die, na eerst geschift te zijn, vastgenaaid wordt aan de binnenzool en schacht en waaraan later de zool wordt bevestigd? (rand, rabat?) Zie tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
randsteekmes uitsnijder: ūtsniǝr (Dilsen) Gereedschap waarmee men het overhangende leer aan de zool gelijkmatig afsnijdt. De antwoorden in dit lemma komen uit verschillende vragen. Het is mogelijk dat dit randsteekmes voor verschillende doeleinden wordt gebruikt en dat het daardoor ook van vorm kan verschillen. Zie afb. 52. [N 60, 116a; N 60, 117a; N 60, 174a] II-10
rapen rapen: rā.pǝ (Dilsen) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rasp (Dilsen) Schuurrasp, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243d] II-10