33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
ruizelen:
ry.zǝlǝ (L421p Dilsen)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
17599 |
rimpels |
rimpels:
rømpəls (L421p Dilsen)
|
rimpels (in het gezicht) [ZND 41 (1943)]
III-1-1
|
18396 |
ring |
ring:
reŋ (L421p Dilsen)
|
Het metalen ringetje waarmee de vetergaatjes worden versterkt. Wat betreft het woordtype blinde ring merkt het wbd (zie wbd II, afl. 3, pag. 720 s.v. ring) op dat een blinde ring een ring is die alleen in de voering of in de voeringbies vastzit en niet zichtbaar is aan de buitenkant van het overleer. [N 60, 31a]
II-10
|
29911 |
ringen |
trompen:
tro.mpǝ (L421p Dilsen)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
de ringen/randen afdoen:
də reͅŋ ā.vdō.n (L421p Dilsen)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
30950 |
ringetjestang |
ringtang:
reŋtaŋ (L421p Dilsen)
|
De tang waarmee men de ringetjes in de vetergaatjes bevestigt. [N 60, 46d]
II-10
|
18103 |
ringworm |
sint-catharinarad:
+ [eind -a]
sint ketrinaraat (L421p Dilsen)
|
Hoe heet de huidziekte in de vorm van een wiel, waartegen Sinte Catharina wordt aangeroepen ? [ZND 48 (1954)]
III-1-2
|
20792 |
rins |
rins:
nə rɛnsə smak (L421p Dilsen)
|
Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
30891 |
rispeleind |
punt:
pønt (L421p Dilsen)
|
Het spits toelopende uiteinde van de pekdraad waaraan men een varkenshaar bevestigt. [N 60, 195b; N 60, 238a]
II-10
|
18214 |
ritssluiting |
tirette (fr.):
ti-rêt (L421p Dilsen)
|
Ritssluiting [DC 64 (1989)]
III-1-3
|