e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruiten in het kaartspel ruiten: roətə (Dilsen), rōete (Dilsen), rutə (Dilsen) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] || Ruiten: Ruiten boer (in het kaartspel). [ZND 42 (1943)] III-3-2
rukken snokken: snokkən (Dilsen), trekken: trøkə (Dilsen) niet rukken (niet met rukken trekken) [ZND 42 (1943)] III-1-2
rund rind: riǝnt (Dilsen) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzellarve aambeitel: ambeitel (Dilsen), ambeͅi.tələ (Dilsen) larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] || worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
rundvee vee: viǝ (Dilsen) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rups rups: roepsj (Dilsen) rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rustperiode in de winter winterslaap: we.tǝrsla.p (Dilsen) Periode van inactiviteit der bijen tijdens de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele bijenvolk. Een slaap is het niet te noemen. Er wordt namelijk wel voedsel opgenomen en verteerd, zij het in uiterst kleine hoeveelheden. Er zit ook enige beweging in de tros bijen. Hoe kouder het wordt, hoe dichter de bijen opeendringen. In het midden zit de koningin, omringd door een aantal jonge bijen. [N 63, 54a; N 63, 54b] II-6
ruw, gezegd van gezaagd hout bruut: brøt (Dilsen) De ruwheid van het oppervlak van gezaagd hout wordt veroorzaakt door de al dan niet slecht afgestelde zaagtanden van het zaagblad. Wanneer een plank onvoldoende diep uitgeschaafd was, zei men in Bilzen (Q 83): de zeeg staat nog derin (dǝ zē̜x stēt nǫx tręn). [N 53, 29b] II-12
ruw, hard ruw: roewə keͅrəl (Dilsen), roəwə keərəl (Dilsen) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] III-3-1
ruwe honing rauwe honing: ruwǝ ho.neŋ (Dilsen) Raat, broed, stuifmeel en honing vormen tezamen ruwe honing. Deze wordt wel eens als voer voor de bijen gebruikt. [N 63, 115d] II-6