e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijnstok, wingerd druif: droeven (Dilsen) Hoe noemt u de druif in het algemeen (uitspraak) [N 72 (1975)] I-7
wild konijn (enkelv.) wilde konijn (id.): wilje knien (Dilsen) wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild konijn (meerv.) konijn (kort/stoott.): knīē(e)n (Dilsen) wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wilde eend eend: ēͅnj (Dilsen) eend [ZND 01 (1922)] III-4-1
wilde roos (hondsroos, enz.) hondsroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  hundsroe-əs (Dilsen), rozenbottel: -  roezebottel (Dilsen) egelantier [ZND 01 (1922)] || rozebottelstruik (Rosa rubiginosa) [DC 69 (1994)] III-4-3
wilde wingerd klimop: ^die^zijn^bladeren^verliest  klimop, die zijn bladeren verliest (Dilsen) wilde wingerd [DC 68 (1993)] III-4-3
wilde zucht heiligheid: hɛlexhęi̯t (Dilsen), zucht: zucht (Dilsen) Een zeer sterke zwelling van de uier en omgeving in de laatste tijd van de dracht. Deze wordt veroorzaakt door abnormaal grote hoeveelheden vocht in het onderhuidse bindweefsel van de uier, maar ook van de schaamstreek en soms van de buikstreek tot aan de voorbenen. Zie ook het lemma ''wilde zuch'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 3; A 48A, 7] I-11
wilgenkatje katje: -  ketjes (Dilsen) wilg, bloeiwijze van [DC 68 (1993)] III-4-3
wilgensoorten waterwilg: waterwilg (Dilsen) namen voor verschillende soorten wilgen [Lk 6 (1953)] III-4-3
wind (alg.) wind: ps. bij benadering omgespeld volgens Frings. ps. onder de nt staan nog boogjes; deze combinatieletters zijn niet te maken/om te spellen.  weͅnt (Dilsen) wind [ZND 13 (1925)] III-4-4