e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draden of randen van peulvruchten draden: drāōt (Dilsen), ringen/randen: reͅŋ (sg raŋk) (Dilsen) [Goossens 1b (1960)]Hoe noemt u: draad of vezel aan de peul van erwten en bonen (vlies) [N 71 (1975)] I-7
dragon dragonder: dregoender (Dilsen, ... ) Hoe noemt u: dragon (artemisia dacunculus - fam. compositae) [N 71 (1975)] I-7, III-2-3
draven draven: drāvǝ (Dilsen) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
driehoek zetplank: zętplaŋk (Dilsen) Een houten tekeninstrument in de vorm van een dichte of uitgesneden driehoek met één hoek van 900. De driehoek wordt gebruikt om verschillende soorten hoeken af te kunnen schrijven en te controleren. [N 53, 190a] II-12
drievoet pikkel: pekǝl (Dilsen) De ijzeren driepoot met drie klinkvoeten. Volgens Kn√∂fel (I, pag. 244 en 245) bezit deze driepoot "een grooten en een kleinen voet benevens een stang voor de hak. Staat een der voeten ten gebruike omhoog, dan rust het toestel op de beide andere en blijft daarop staan. De schoen of laars wordt op een der voeten gestoken, waarna de zool of hak met metalen stiften kan bevestigd (geklonken) worden." Zie afb. 67. [N 60, 147b; N 60, 244a] II-10
drijftol kokkerel: kokərɛl (Dilsen), popperel: poêperel (Dilsen) Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
drijfvoer prikkelvoer: prekǝlvo.r (Dilsen) Drijfvoer bestaat uit één deel suiker en twee delen lauwwarm water (De Roever, pag. 559). Men mag geen drijfvoer aan de bijen geven vóór de temperatuur zo hoog is, dat de bijen er geen hinder meer van hebben, dat zij de kast uit gedreven worden. Zie ook het lemma Drijfvoeren. [N 63, 110c; N 63, 110b; Ge 37, 197] II-6
drijven kloppen: klopǝn (Dilsen), vastzetten: vastzetten (Dilsen) Het op de goede plaats brengen van de loopzool met behulp van een spanriem en een hamer. Over de zool, die voorlopig is vastgezet, spant men de spanriem en met de punt van de hamer drukt men de spanriem achterwaarts. Men beklopt de zool en zet deze met enige houten pinnen vast. [N 60, 102] || Het verwijderen van bijen uit de woning door middel van kloppen, borstelen, stoten en afjagen op een korf met nest, met het doel honing te oogsten. [N 63, 98a; monogr.] II-10, II-6
dringen persen: pechen (Dilsen) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbak voor de kippen drinkbak: dręŋkbak (Dilsen) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6