e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleurx kleur: kleur (Dilsen) kleur [DC 42B (1967)] III-4-4
kliefbijl kijl: kēl (Dilsen), kliefbeitel: klēf˱bęjtǝl (Dilsen) In het algemeen een werktuig waarmee hout wordt gekliefd. De kliefbijl kan verschillende uitvoeringen hebben. Soms heeft ze de vorm van een soort mes met handvat en ze is dan ongeveer 30 cm lang. In andere gevallen bestaat ze uit een lang blad met haaks daarop een houten steel. Zie ook afb. 3. Bij beide uitvoeringen hoort een grote houten hamer waarmee tijdens het klieven op de bijl wordt geslagen. De kliefbijl wordt door de wagenmaker gebruikt om spaken uit boomstammen te klieven. Zie verder ook het lemma ɛkliefmesɛ in de paragraaf over de vaktaal van de kuiper.' [N 50, 15b; N 53, 84a; N 75, 133a-b; N 75, 133e; L 32, 46; monogr.] II-12
kliefhamer tuierhamer: tøjǝrhāmǝr (Dilsen) De zware, houten hamer met lange steel die samen met de kliefbijl wordt gebruikt om hout te klieven. De kop van de hamer is volgens de respondent uit Eygelshoven (Q 119) versterkt met ijzeren banden (īzǝrǝ bɛŋ). De kliefhamer wordt onder meer gebruikt door de timmerman, de wagenmaker, de klompenmaker en de kuiper. Zie ook afb. 4.' [N E, 8a; N G, 40c; N 53, 128; N 75, 133c; A 29a, 1; monogr.] II-12
klieven klieven: klēvǝ (Dilsen), klę̄vǝn (Dilsen) Een bepaalde manier van naaien waardoor een waterdichte naad ontstaat, vooral bij lieslaarzen. De beide leernaden worden even gesplitst en de splitseindjes worden wisselings op elkaar gelegd en aan elkaar genaaid. Zie afb. 31. [N 60, 59a] || Hout met een beitel of bijl in de lengterichting doorhakken, zodat het splijt. Zie ook het lemma ɛklievenɛ in de paragraaf over de kuipersvaktaal. Het betreft daar het klieven van stukken boomstam tot duigen.' [N 37, 8; N 50, 15a; N 75, 134a; monogr.] II-10, II-12
klikspaan blets: bletch (Dilsen) klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)] III-3-1
klimop klimop: -  klimop (Dilsen) klimop [DC 68 (1993)] III-4-3
klinken nagelen: nigǝlǝn (Dilsen) De loopzool met metalen spijkertjes aan het bovenwerk bevestigen. [N 60, 146a] II-10
klinkspijkertjes lamberts: lamberts (Dilsen), semencen: sǝmɛnsǝn (Dilsen) Diverse soorten spijkertjes waarmee men klinkt. Volgens de informant van L 163a zijn tacks vierkant en taps met een ronde, platte kop. Volgens de informant van Q 253 is semences de verzamelnaam voor gewone, ronde, ijzeren spijkertjes met platte kop en een lengte van 8 tot 14 mm. [N 60, 146b] II-10
klooster klooster: e streng klooster (Dilsen) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kloosterorde orde: ən strɛŋ ordə (Dilsen) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3