e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getalzijde van een geldstuk munt: muntj (Doenrade) De getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt]. [N 88 (1982)] III-3-2
getatewaal gestroddel: gesjtroddel (Doenrade) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartels: gemartels (Doenrade), geplaag: geplaog (Doenrade), gesukkel: gesukkel (Doenrade) gemartel [SGV (1914)] || het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getralied schutsel? deurtje: Opm. v.d. invuller: (= deurtje kan uit 2 delen bestaan, waarvan 1 los en 1 vast deel of 2 losse delen, maar alles heet "duèrke".  duèrke (Doenrade) het getralied schutsel dat diverse hokjes afscheidt? [N 93 (1983)] III-3-2
getuige bruidsknecht: (mannelijke getuigen).  bròētsknech (Doenrade), bruidsmeid: (vrouwelijke getuigen).  bròētsmaat (Doenrade), getuige: getuug (Doenrade) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn bronken: bronkə (Doenrade) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen getuigen: getuge (Doenrade), [overgeheveld van lm. getuigenis, geen begrip getuigen in N 90, RK]  getuugə (Doenrade) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] || getuigen [SGV (1914)] III-3-1
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  cachot (Doenrade), gevangenis: gevangenis (Doenrade) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)] III-3-1
geven geven: gêve (Doenrade) geven [SGV (1914)] III-1-2
gevlekt varken gevlekt varken: gǝvlɛkt vɛrkǝ (Doenrade) Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d] I-12