e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimworm glimworm: glimwōrm (Doenrade), vuurwormpje: vuurwurmke (Doenrade, ... ), WLD  vūūrwörmpke (Doenrade, ... ) glimworm [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gloria gloria (lat.): gloria (Doenrade) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperd gluiper: gluuper (Doenrade) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig gluiperig: gluuperig (Doenrade) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
godslamp godslamp: gaodslamp (Doenrade) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goed groeiend varken zich goed maken: zex gōt mākǝ (Doenrade) [N 76, 17; JG 1a] I-12
goed opschieten met zijn werk avanceren: avonseerə (Doenrade) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goed passen passen: pasǝ (Doenrade) Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW] II-7
goed voederen goed voederen: goot voore (Doenrade), Opm. v.d. invuller: kwantitatief, niet kwalitatief (kwalitatief is good voar).  good voare (Doenrade) Hoe heet verder in Uw dialect: goed voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
goedkoop goedkoop: gouwe koup (Doenrade) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1