e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hals [wld ii.7, p.86] hals: hauws (Doenrade) Hoe noemt U: de hals van een kledingstuk (hals, nek?) [N 62 (1973)] III-1-3
halsgat halslok: hawslǭk (Doenrade) Uitsnijding voor de hals bij het colbert. [N 59, 97] II-7
halsketting kette (du.): ein gouwe kètte (Doenrade) gouden [een - ketting] [SGV (1914)] III-1-3
halssnoer ketting: kétting (Doenrade) aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] III-1-3
halve maan, eerste kwartier eerste kwartier: èèjste kwàrteer (Doenrade), halve maan: haof maon (Doenrade), jong licht: joonk leech (Doenrade), wassende maan: wassende moan (Doenrade) schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] III-4-4
halve maan, laatste kwartier afnemende maan: aafnummende moan (Doenrade), laatste kwartier: lètste kwarteer (Doenrade), léste kwarteer (Doenrade) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
ham, hesp schink: sjènk (Doenrade) ham [SGV (1914)] III-2-3
hand hand: handj (Doenrade), hantj (Doenrade), henj (Doenrade) hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handboei boei: boeijə (Doenrade) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handel commerce (fr.): commersj (Doenrade), handel: hànjel (Doenrade) het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] III-3-1