e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hond, maat van 1400 m2 of 100 roeden zille: zil (Doenrade) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1400 vierkante meter, dat is 100 roeden [hond] [N 91 (1982)] III-4-4
honing honing: hōǝneŋ (Doenrade) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd kop: kop (Doenrade, ... ), köp (Doenrade) hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofdaltaar groot altaar: grŏĕte èltjer (Doenrade) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdbord kop: kǫp (Doenrade) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek hoofdplag: huidplak (Doenrade), kopplag: kopplak (Doenrade) hoofddoek [SGV (1914)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: huidkiees (Doenrade) zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkussen hoofdkussen: høͅi̯tkøsə (Doenrade) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdwortel dikke wortel: WLD  dikkə wŏértel (Doenrade) De hoofdwortel van een boom die in het verlengde van de stam ligt en die sterk in de diepte groeit (pen, pin, penwortel). [N 82 (1981)] III-4-3
hoog vliegen hoog vliegen: hoèg vleege (Doenrade), hoog zitten: ze zitte houeg (Doenrade) Hoe zegt men: de duiven vliegen hoog (bijv. bij mooi weer)? [N 93 (1983)] III-3-2